Het uitvoeren van een toets op basis van de handreiking Bedrijven en Milieuzonering
Bij een omgevingsvergunningaanvraag wordt getoetst of dat de activiteiten van de aanvrager goed samengaan met de omgeving. Het beleid van de overheid is erop gericht om het aantal mensen die hinder ondervinden van bedrijven terug te dringen en om ervoor te zorgen dat er geen gehinderden bijkomen. Om dit goed te kunnen toetsten is door de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) de publicatie “Handreiking Bedrijven en Milieuzonering” opgesteld. De richtlijnen in deze handreiking in samenhang met de bij het bestemmingsplan opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten maken het toetsen mogelijk of dat een bedrijf hinder voor haar omgeving oplevert en/of dat een bedrijf zich ergens mag vestigen.
Voor het gebruik van de handreiking is de SBI code belangrijk. Als een bedrijf zich inschrijft bij de Kamer van Koophandel wordt aan het bedrijf een Standaard BedrijfsIndeling code (SBI-code) toegekend. Deze SBI code staat op het uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Het is allereerst raadzaam om te controleren of dat deze SBI code ook daadwerkelijk overeenkomst met de aard van de huidige bedrijfsactiviteiten. Indien de SBI-code van de huidige bedrijfsactiviteiten of de nieuwe activiteiten die in het nieuwbouw pand worden verricht duidelijk zijn kan aan de hand van de handreiking de milieucategorie worden opgezocht. Bij de milieucategorie horen een geur, geluid, stof en gevaar contour. Het contour dat het verst van het bedrijf afligt wordt ook wel het maatgevend contour genoemd.
De standaard contouren in de handreiking zijn gebaseerd op een omgeving van het bedrijf die zich laat karakteriseren als “rustige woonwijk”. Als er echter sprake is van een “gemengd gebied” bijvoorbeeld een bedrijfsterrein dan mag de afstand van het contour worden gehalveerd.
Indien de activiteiten zich niet goed laten indelen op basis van een SBI code of indien de contouren behorend tot de SBI code in de handreiking niet overeenkomen met de werkelijkheid dan is er maatwerk mogelijk.
Binnen de tot de milieuinrichting behorende contouren mogen geen gevoelige objecten zoals woningen, ziekenhuizen of een verzorgingstehuizen zijn gelegen. Er mag dan immers verwacht worden dat degenen die in deze objecten verblijven ontoelaatbare hinder ondervinden. Het is ook mogelijk het contour andersom te gebruiken. Dit vindt bijvoorbeeld plaats in de situatie dat een bedrijfsterrein wordt uitgebreid. Hierbij wordt vanuit het gevoelig object geredeneerd en wordt gezoneerd vanuit de gevoelige objecten. Op de delen van het bedrijfsterrein dichtbij gevoelige objecten wordt dan een lichtere milieucategorie toegelaten.
Wij kunnen aan de hand van een geografisch informatiesysteem snel de inrichtingsgrenzen en de tot de inrichting behorende contouren bepalen. Op deze wijze is snel inzichtelijk te maken wat de tot het bedrijf behorende contouren zijn en of er zich binnen de contouren potentieel gehinderden bevinden. Een aantal bestemmingsplannen heeft de mogelijkheid om de in het plan opgenomen milieucategorie middels een wijzigingsbevoegdheid te verzwaren. Ook kunnen wij inzichtelijk maken of dat een verzwaring van de milieucategorie verantwoord is. Mocht U vragen hebben over dit onderwerp naam dan contact met ons op.