De stroomaansluiting is een belangrijke levensader voor een bedrijf
Ieder bedrijf verbruikt stroom en is voor de afname van deze stroom op het elektriciteitsnet aangesloten. Vanwege bijvoorbeeld het gebruik van warmtepompen maar ook door de installatie van zonnepanelen wisselt het gebouw gebonden stroomverbruik en stroomproductie. Bovenop het gebouw gebonden stroomverbruik komt nog het stroomverbruik van de andere aanwezige productiemachines en installaties.
Een bedrijf heeft voor elektra altijd drie leveranciers
- de netbeheer (dit is regio gebonden en betreft geen vrije keuze)
- een meetbedrijf die de meter installeert en uitleest
- een energieleverancier die de stroom levert en de terug geleverde stroom koopt.
Ieder elektriciteitsaansluiting heeft een EAN code. Aan deze code wordt een leveringscontract gekoppeld. De aansluiting heeft een bepaalde capaciteit welke in het leveringscontract wordt opgenomen. Indien een aansluiting bestaat uit 3 fasen met ieder een capaciteit van meer dan 80 ampère is er sprake van een groot zakelijk gebruik. Onder de 3 fase 80 ampère is het mogelijk via de elektriciteitsmeter te salderen. Deze mogelijkheid vervalt bij een groot zakelijk gebruik contract. Er is dan een zogenaamde bruto productiemeter nodig die zowel het verbruik als de teruglevering berekend. Het achter de elektriciteitsmeter (dus via het inpandige elektriciteitsnet) salderen is altijd mogelijk.
Het berekenen hoe groot de elektriciteitsaansluiting precies moet zijn vereist enig rekenwerk. Wat hierbij afgewogen moet worden is hoeveel Watt er tegelijktijdig binnen het bedrijf wordt gebruikt. Het zogenaamde piekvermogen. Het piekvermogen is te beïnvloeden door ervoor te zorgen dat niet alle elektragrootverbruikers binnen het bedrijf tegelijk aanstaan of opstarten. Het opstarten geeft namelijk vaak een stroompiek door voorverwarmen, op gang komen van elektromotoren e.d.
Het piekvermogen dient lager te zijn dan het aansluitvermogen om problemen te voorkomen. Het is mogelijk het stroomverbruik en dus ook het piekgebruik te monitoren via de hoofd elektrameter. Hierbij wordt de meter (via telemetrie) uitgelezen en wordt per kwartier weergegeven hoe hoog het elektraverbruik is. Hierbij is het verzamelen van historische data belangrijk omdat aan de hand van deze data beter de aansluiting maar ook de installatie van zonnepanelen kan worden gedimensioneerd.
De zonnepanelen kunnen een positief effect hebben op het piekvermogen. Dit is nogal sterk bedrijfsafhankelijk. Zonnepanelen produceren met name in de periode maart tot en met september stroom. De productiepiek ligt bij zonnepanelen in de zomer rond het middaguur. Indien de verbruikspiek van stroom ook in de zomer rond het middaguur ligt is het mogelijk de stroomaansluiting te verkleinen. Dit kan bijvoorbeeld indien er sprake is van processen waarbij producten worden gekoeld en met name veel stroom vanwege zomers weer nodig is. Indien er sprake is van een stroomverbruikpiek in de winter of in de nacht dan is het niet mogelijk de aansluiting vanwege de aanleg van zonnepanelen te verkleinen. De zonnepanelen productiepiek valt dan niet samen met de verbruikspiek.
Om meer en beter inzicht te krijgen in het stroomverbruik is het verstandig dit goed te monitoren. In Nederland zijn door Tennet tien meetbedrijven gecertificeerd die de meters mogen installeren en op afstand mogen uitlezen. Voor de door het meetbedrijf geplaatste elektrameter wordt een meetcontract afgesloten met een van deze tien meetbedrijven. Deze tien meetbedrijven kunnen gedetailleerde meetdata aanleveren. Er is ook een andere methode om het stroomverbruik en de piek vast te stellen. Op de maand factuur wordt het piekverbruik van de desbetreffende maand vermeld. Dit is echter wel veel onnauwkeuriger dan de rechtstreeks uitlezing op vijf minuten of kwartierswaarden maar geeft wel een indicatie of dat de aansluiting over of ondergedimensioneerd is.
Het raakvlak tussen vastgoed en stroomverbruik heeft met name betrekking op de capaciteit. Is in het gebied waar de bedrijfsterrein uitbreiding plaatsvindt voldoen capaciteit op het netwerk aanwezig? Heeft een bestaande stroomaansluiting voldoende restcapaciteit voor een gewenste gebouwuitbreiding? Is het mogelijk in de regio onbelemmerd terug te leveren of zijn er capaciteitsrestricties? Het gasloos bouwen heeft met name tot gevolg dat er veel zwaardere stroomaansluitingen nodig zijn.